Meer over Ǧibrīl ibn Nūḥ

Ik werk aan een uitgave met vertaling en commentaar van Ǧibrīl ibn Nūḥ al-Anbārī, Kitāb al-Iʿtibār fī al-malakūt (‘Lering over Gods majesteit’). Het blijkt een verzameling teleologische godsbewijzen te zijn (arguments from design), best aardig om te lezen. De auteur moet gestorven zijn omstreeks 850 in Irak. Hij was een Nestoriaans christen en schreef in het Arabisch. Voor een interreligieus publiek dus; niet voor intern christelijk gebruik, want dat ging meestal in het Syrisch.

Mijn boek zal verschijnen in het Engels en Duits. In dit Leeswerk heb ik er al stukjes uit gepost, die u kunt terugvinden in het leestraject ‘Godsbewijzen bij Jibrīl’.

In het ontkerstende Europa hebben maar weinig mensen behoefte aan godsbewijzen. In het christelijke Amerika en ook onder moslims is dat vaak anders; daar vind je wel mensen die spreken over intelligent design. Maar voor hen werk ik niet; mij interesseert het getuigenis dat de tekst aflegt van de cultuuroverdracht die in de eerste helft van de negende eeuw in Irak plaatsvond: de kennis van de oude Grieken (o.a. Aristoteles, Galenus) en ook Romeinen (Cicero!) werd toegankelijk gemaakt voor een publiek dat Arabisch las. In mijn commentaar leg ik de nadruk op de herkomst van de tekstjes in de Oudheid.

In Irak vond vanaf 800 namelijk een grote vertaalslag plaats: vrijwel de gehele wetenschap uit de Oudheid werd uit het Syrisch, het Pahlavi en iets later ook uit het originele Grieks in het Arabisch vertaald. Jibrīl verkeerde in het milieu van deze vertalers, en in zijn boek zijn daar zeker sporen van te vinden. Toch is het merendeel van zijn materiaal ouder: het stamt uit vroegere Syrische en Perzische vertalingen.

Een kleinigheid nog: tot nu toe sprak ik van Jibrīl. De man heet in mijn teksten voortaan Ǧibrīl. Dat is dezelfde naam, maar in een andere transcriptie. Dit in verband met de wensen van de beide uitgevers. De uitspraak is: Djibriel.

Als inleiding op het werk kan mijn recente artikel dienen: Wim Raven, “Ǧibrīl b. Nūḥ al-Anbārī’s Kitāb al-Iʿtibār fī al-malakūt,” in Quaderni di Studi Arabi 18 (2023), 283–303. Het is een wetenschappelijk artikel en zit dus achter een absurd hoge betaalmuur. Alleen in sommige UB’s kunt u het gratis lezen. Mijn bedoeling is binnenkort een inleidend artikeltje in het Nederlands te schrijven.

Leestraject: Het teleologische godsbewijs bij Jibril ibn Nuh (Pseudo-Djahiz): De slurf. Het hijgend hert. De giraf. De mier op de zijderoute. De mierenleeuw. De draak en de wolken. De domheid van babies. De penis. De stem: van orgel naar doedelzak. Het nut van de bil. De Schepper voorkomt inflatie. Naar een tekstuitgave van Djibrils boek.