Sharia: korte definitie

Sharia (Arabisch sharīʿa  شريعة) is: het geheel van alle religieuze en juridische normen, mechanismen om die normen te vinden en interpretatieregels van de islam. Dus bij voorbeeld de voorschriften over het gebed, de vasten, het verbod op bepaalde spijzen en dranken, de bedevaart naar Mekka, maar ook verdrags-, familie- en erfrecht en een beetje strafrecht.1 De sharia is omvattender dan Europees recht: ook geloofsleer, ethiek en goede manieren vallen eronder. Het is een plichtenleer, die alle betrekkingen tussen mens en God én tussen de mensen onderling regelt.

  • In het Oudarabisch betekende sharīʿa ‘open plek aan de oever van een plas of stroom waar de dieren komen drinken’. Veel beschouwingen over de sharia willen die drinkplaats er op een of andere manier in hebben. Dan vind je vertalingen als: ‘weg naar de drinkplaats’ en daar denkt men waarschijnlijk allerlei stichtelijks bij. Dat is niet zinvol. Wat het woord in de Oudarabische poëzie betekende is niet van belang. De huidige betekenis van sharia is in de islam pas betrekkelijk laat gangbaar geworden. In de hele Hadith-literatuur komt het woord slechts één maal in de relevante betekenis voor.

De vertaling van sharia als ‘Islamitische wet’ is fout. Die komt denk ik uit het Engels: ‘Islamic law’. Het Engelse ‘law’ betekent zowel wet als recht. De vertaling ‘islamitisch recht’ is beter, maar is alleen juist als het woord eng wordt opgevat en het inderdaad over recht gaat. Want zoals boven al vermeld: de sharia is méér dan recht: ethiek en geloofsleer zijn er ook in begrepen. Het beste kan het woord onvertaald blijven.

De sharia is niet een gecodificeerde wet. Het is geen boek dat iemand eens en voor altijd neergeschreven heeft en dat opengeslagen kan worden. ‘De sharia zegt …?’ ‘Wat staat er in de sharia?’ ‘Wie heeft de sharia geschreven?’ zijn dus zinloze vragen. De sharia zegt niets, maar moet telkens worden gevonden, in de jurisprudentie en in de rechtsbronnen (koran en hadith). Zij is dus flexibel, al nemen rechtsgeleerden maar al te vaak genoegen met wat hun collega’s van vroeger al hadden gevonden. Dat hoeft echter niet zo te zijn. De omvang, de grote verscheidenheid van de rechtsbronnen en hun vatbaarheid voor verschillende interpretaties maken vernieuwing mogelijk. 

De vraag of men de ouden moet navolgen of over bepaalde onderwerpen opnieuw zelfstandig moet nadenken is sinds een eeuw hét punt van discussie in de hele islamitische wereld. Die discussie wordt echter vertraagd door 1. het optreden van salafisten, ISIS, enzovoort; 2. het voortdurende hitsen van hun bondgenoten: de islamhaters en -foben.

De sharia was overigens nooit ergens het enig geldende recht. Daartoe zou zij ook niet geschikt zijn.

Noot
1. M. Rohe, Das islamische Recht, Geschichte und  Gegenwart, München 2009, 2e uitg., blz. 9.

Terug naar Inhoud

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.